Vier zorgorganisaties

Als zelfstandig geregistreerd wijkverpleegkundige indiceer ik op vraag ook zorg voor mensen die zorg nodig hebben buiten Cuprum. Zo was ik deze week langs bij een gepensioneerd echtpaar. Beiden ontvangen zij thuiszorg en ik ben al een paar keer eerder bij ze op zorgbezoek geweest.

 

De deur wordt open gedaan door echtgenoot. Hij beweegt zich voetje voor voetje voort met behulp van een stok. Bij de begroeting voelt zijn rechterhand slap. Echtgenote zit in de woonkamer in een rolstoel naast haar hooglaag bed. Haar onderbeenprothese staat tegen de salontafel. Mevrouw kijkt mij droevig aan. Een jongeman zit naast haar op een keukenstoel en schrijft in een map die hij op schoot heeft. Hij blijkt wondverpleegkundige te zijn. Zojuist heeft hij een diepe wond aan haar hiel verzorgt. Hij vertelt me dat de wond verslechtert is ten opzichte van een paar dagen geleden. Hij zal ervoor zorgen, dat hij en zijn collega’s nu vier keer per week komen in plaats van drie keer. Hij is nu voor de tweede keer bij mevrouw op bezoek. Als hij weg is zegt mw: ‘Ik ken hem niet.’

 

Na een paar minuten komt er een jonge vrouw via de achterdeur naar binnen. Ze stelt zich voor aan mevrouw en mijnheer en zegt dat ze de lunch komt klaarmaken. Er is een kort overleg over waar alles staat in de keuken. Deze maaltijdservice wordt gefinancierd door de gemeente en wordt uitgevoerd door medewerkers van de huishoudelijke dienst. Ik weet dat er in deze gemeente twee organisaties zijn die hierop hebben aanbesteed en deze service nu uitvoeren. Ik kijk onder de salontafel waar ik zes zorgmappen zie liggen. Twee trek ik er tussenuit. Deze wil ik bekijken om de zorg te kunnen indiceren: persoonlijke verzorging en verpleging. Voor mevrouw drie maal daags (dat is exclusief het langskomen voor de wond op haar hiel) en mijnheer twee maal daags.

 

Mevrouw en mijnheer hebben beide een lichte verstandelijke beperking. Om de beurt huilen ze. Zij vinden het zo erg, dat ze verschillende hulpverleners niet meer zien. Er is onlangs een interne reorganisatie geweest. Nu komen er hulpverleners die een beetje in de buurt wonen. De telefoon gaat. Een hulpverleenster vertelt, dat ze een uur later komt. Mevrouw zegt, dat ze het goed vindt. ‘Ze is aardig.’ Mevrouw is ontevreden over de aanrijdtijden. ‘Ze komen vaak een half uur of meer eerder of later. Ik ben de hele dag maar aan het wachten.’

 

Als ik de zorg voor mevrouw heb geïnventariseerd schuif ik mijn stoel naar mijnheer. Ik vraag hoe het met hem gaat. Hij zou graag elke dag hulp krijgen bij het douchen in plaats van drie keer per week. Daarnaast heeft hij dagelijks hulp bij de steunkousen aan- en uittrekken.
‘Welke hulp heeft u nodig bij het douchen?’ vraag ik.
‘Mijn rug en voeten. En mijn onderlijf: hij wijst tussen zijn benen.
Ik zeg hem dat de rug wassen een service is die verleent kan worden, als het tóch hulp is. Daar kan ik geen indicatie voor uitschrijven. De voeten wassen is prima.
‘Hoe verzorgt u zichzelf in het toilet?, vraag ik.
Mijnheer zegt dat hij zelfstandig naar het toilet gaat.
‘In de badkamer zag ik twee beugels. U kunt veilig met één hand steunen, terwijl u met uw andere hand uzelf tussen de benen wast. Zowel van voren, als van achteren.’
Ik wijs hem ook op de mogelijkheid van een douchestoel in de badkamer. Deze is te huur en wordt aan huis bezorgd. Dhr moet zelf zijn onderlijf wassen en afdrogen.
Mijnheer zegt dat hij geen man aan zijn lijf wil. Ik probeer helder te krijgen wat hiervoor de dieper liggende oorzaak is.  
‘Gewoon, ik vind het vies, een man aan mijn lijf,’ zegt mijnheer.
Ik noteer het en sta op om afscheid te nemen. Er komt een dame binnen via de achterdeur. Zij is van zorgorganisatie nummer vier. Ze komt schoonmaken.

 

Noot voor de lezer die zich nu afvraagt: hoe werkt Cuprum? Wij werken met zorgkringen. De cliënt staat centraal in het midden en de kring wordt gevormd door de hulpverleners die daadwerkelijk zorg verlenen. Deze hulpverleners maken samen met de cliënt het bezoekrooster. Op die manier weet de cliënt wie er komt en hoe laat. Op een uitzondering na is de afgesproken tijd ook werkelijk het moment dat iemand er is. De hulpverleners uit de zorgkring doen met elkaar ALLE gevraagde zorg; dus een cliënt bij Cuprum heeft (op een uitzondering na) maar met een zorgorganisatie te maken: Cuprum