Gisteren heeft Maria afscheid genomen van haar de huisarts die jaar 29 ½ jaar in behandeling heeft gehad. Ter afscheid kwam hij op huisbezoek.
Voorafgaand aan het bezoek heeft ze een cadeaubon gekocht en een kaart om een persoonlijke boodschap op te schrijven. Dit wilde ze hem overhandigen tijdens zijn laatste bezoek aan haar. Om de juiste kaart te vinden heeft ze verschillende winkels bezocht. Er waren alleen kaarten te koop met een voorgedrukte bedanktekst met ‘je’ erin, in plaats van ‘u’. Daarom heeft ze een kaart zonder tekst gekocht.
In haar afscheidswoorden beschreef ze wat hij als huisarts voor haar had betekend. De tekst heeft ze vier keer opnieuw moeten schrijven, voordat het foutloos ging. Voor een deel had dit te maken met haar stijve en krachteloze vingers. Gelukkig hadden ze in de winkel een voorraad van deze kaart zonder tekst en getekende bloemen afbeelding. In de aanhef had ze gekozen voor ‘beste’ en niet voor het afstandelijke ‘geachte’.
Bij aanvang van het huisbezoek had hij haar de hand geschud, zoals hij altijd deed bij een huisbezoek. Herinneringen werden opgehaald aan de periode, dat hij wel drie keer per week opzocht. Ze was erg ziek en had geen thuiszorg.
Hij zei dan, dat hij bezorgd was. En dat hij niet begreep wat de oorzaken waren van haar ziekteverschijnselen.
‘Dat vind ik eerlijk’, zegt ze. ‘Ik voel me door hem serieus genomen.’
Aan het einde van het bezoek deed hij de cadeaubon en kaart in zijn tas. Ze begeleidde hem naar de voordeur. Zonder een handdruk en wensen voor de toekomst gingen ze uit elkaar.
‘Het is een eigenaardig afscheid’, zegt Maria. ‘Eigenlijk is het geen afscheid. Naar mijn gevoel kan hij over twee maanden ineens weer bij me voor de deur staan.’
Ik zeg haar, dat ik dat mooi vind. Alles was wat ze had willen zeggen, staat op de kaart. En hij zal nog af en toe met zijn gedachten bij Maria zijn en zij bij hem.
Ze blijven met elkaar verbonden.