'Ik kijk naar wat ik over heb'

 

Voor vandaag staat onder andere op mijn programma, dat ik telefonisch contact opneem met een mevrouw van 87 jaar. Zij is kort bij ons in zorg geweest voor huishoudelijke ondersteuning. Nu heeft zij  opgezegd. Van de collega die haar in zorg had heb ik uitleg van de situatie gekregen.

Graag hoor ik ook het verhaal van mevrouw.

Mijn collega had verteld, dat het een erge rommel is in haar huis. En mij was het eerder opgevallen, dat ze mij steeds belde over haar eigen bijdrage. Minstens zes keer heb ik haar dit uitgelegd. Heeft ze geheugenstoornissen? Mogelijk zou ze geholpen zijn met individuele begeleiding en/of persoonlijke verzorging.

 

Wat is de reden, dat ze heeft opgezegd? Mevrouw vertelt, dat ze de eigen bijdrage van 9,50 per uur te hoog vind. Dat had ze zich vooraf niet gerealiseerd. Voorheen was het gratis en had ze ook nog eens vier keer zoveel uren, dan nu. Ze vindt het schandalig van de overheid.

‘Hoe oud ik zal worden weet ik niet. Wel weet ik dat ik op mijn centjes moet letten wil ik ermee uitkomen de rest van de jaren die ik mogelijk nog te leven heb.’

Ik vertel haar dat we ook ander soortige thuiszorg geven die geen eigen bijdrage vraagt.

 

Mevrouw wil hier niets van weten.

‘Weleens waar heb ik een hoge leeftijd bereikt. Toch doe ik alles zelf en ik geef ook nog les en doe vrijwilligerswerk.‘

Ze gaat zelfs nog aan een studie Arabisch beginnen binnenkort.

Desgevraagd vertelt ze dat ze Neerlandicus is en daarnaast Duits, Frans en Spaans spreekt. Ze heeft in Australië, Azië, Amerika en Indonesië gewoond. En nu alweer jaren in Nederland.

‘Het is een geschenk, dat mijn geheugen nog zo goed is. Dit is geen verdienste. Ik ben er dankbaar voor.’

 

Het gesprek breidt zich uit en ze begint te vertellen over culturele verschillen die haar opvallen als Nederlander met mondiale wortels. Zij is geboren aan de andere kant van de evenaar en is opgevoed met een Oosterse mentaliteit.

 

‘De mensen hier zijn snel ontevreden. Het is plezier maken, lekker eten en veel geld willen verdienen. Mensen kunnen geen tegenslagen meer verwerken. Het moet allemaal leuk zijn. En als mensen iets willen hebben of voor elkaar krijgen dan moet het onmiddellijk.

Verdriet wordt niet geaccepteerd.'

 

'Mevrouw, ik heb mijn zoon verloren. Denkt u dat ik u verbitterd ben? En dat ik blijf treuren en bij de pakken ga neerzitten?'

 

'Nee, ik kijk naar wat ik over heb. Daarin ga ik investeren en het groeit. Hier put ik kracht uit en ik gebruik mijn talenten. Iedere dag weer. Tegenslag hoort bij het leven.  Daar moet ik mee omgaan. Dankbaar ben ik voor alles wat ik over heb aan relaties, hulp en aan materiële zaken. (…)  Wat leven wij in een krankzinnige wereld, waarin mensen zichzelf en andere mensen opblazen in de naam van God?

Naar mijn medemensen ben ik vriendelijk en zij zijn vriendelijk naar mij. Alles wat ik geef komt uiteindelijk bij mij terug. Ook geef ik elke maand geld aan goede doelen. En ik mag gebruik maken van allerlei instanties hier in Nederland, zodat ik mij kan redden in mijn laatste levensjaren. (…)

Ja mevrouw, ik ben er helemaal klaar voor om te sterven. Ik erken de feiten en heb ze aanvaard.

De dingen en relaties zijn vergankelijk. En mijn leven op aarde ook.'

 

'Elke dag dat ik mag leven is een geschenk.

Elke dag begin en eindig ik in vreugde.’